Als het bronzen
beukenhout
in tassen
gestapeld in het woud
omwonden is door
spinnenrag
alsof dat 't bij
elkaar houdt,
Als de bladeren
goudgeel getint
dwarrelend
vallen
bij het eerste
zuchtje wind,
Wanneer de
vogels in zwermen
naar het zuiden
trekken
om na hun vlucht
de zomer op te
rekken,
als een
zilveren zweem
van dauw 't mos
bedekt
dan toont de
herfst zich onbevlekt
Wanneer ik dan
jou
herfst, in je
gouden tooi
vol verrukking
aanschouw
vind ik je
steeds weer oh zo mooi
Als echter
grauwe wolken aan komen uit het verschiet
regen, wind en
hagel jou vertolken
dan is de zomer
bij mij weer favoriet
Geen opmerkingen:
Een reactie posten